Gepubliceerd in SEASONS 04-2022
Op een perceel midden in een Gaasterlands bos tref ik Jelmer. Het was even zoeken, dat wel, maar ineens, lopend op een bospad, zie ik de afgedekte rijen asperges liggen. Jelmer is al aan het werk, samen met zijn vrouw Jetske en Fries paard Teade. Ze wieden het onkruid tussen de opgehoogde aspergebedden. Jetske heeft de leidsels in handen en Jelmer loopt achter de onkruidwieder die door Fries paard Teade wordt getrokken.
“Ik hou van het werken met een paard,” vertelt Jelmer, “het is een mooi ambacht, beter voor het milieu en het belast de grond minder dan zware tractors doen.” Voordat Jelmer met zijn aspergeteelt begon reist hij de hele wereld over om een andere manier van landbouw te ontdekken.
Eenmaal terug in Nederland begint hij in 2015 met het telen van asperges. “Op kleine schaal, hier op mijn Friese geboortegrond in Gaasterland, het was na al dat reizen en werken in het buitenland fijn om hier weer aan de slag te kunnen.”
De grond die hij ter beschikking had bleek geschikt voor asperges en hij vond de plant prachtig dus zo is het gekomen. Nu oogst hij al een paar jaar zijn Gaast’sperges, zoals hij ze noemt. Gebundeld met een elastiek en een kaartje met het logo van zijn bedrijf. “Het is het wapen van Gaasterland, maar dan met asperges in de plaats van graan die in het originele wapen staan.”
Hij verkoopt zijn asperges lokaal, op een kraam langs de weg, bij winkels in de buurt en de lokale supermarkt. “Het is fijn om alles wat je met liefde hebt verbouwd lokaal te kunnen verkopen, met je eigen logo eraan.”
In september ontmoet ik Jelmer weer. “Dit is de laatste keer dat ik onkruid wied dit jaar,” zegt hij. De hoge aspergeplanten staan majestueus op het land daar waar eerst de opgehoogde bedden waren. “Zo groeit een aspergeplant dus uit, het is een prachtige plant met hele mooie fijne takjes en blaadjes. De plant begint al af te sterven her en der, binnenkort maak ik ze af en begint na een periode van winterrust de cyclus opnieuw.” Fries paard Teade heeft geen zin meer om te wachten. “Hij wil weer aan de slag,” lacht Jelmer, “het is een beetje een onrustig baasje.” En daar verdwijnen ze weer tussen de hoge aspergeplanten.